Afwijkende mondgewoonten zijn gewoonten die negatieve gevolgen hebben voor de gebitsstand, uitspraak en het gehoor. Afwijkende mondgewoonten zijn: mondademen, verkeerd slikken en duim-, speen en vingerzuigen. Deze gewoonten kunnen het gevolg van elkaar zijn of elkaar in stand houden.
Open mondgedrag/mondademen
Wanneer u merkt bij uw kind dat er de gewoonte is om door zijn/haar mond te ademen terwijl het wel door de neus kan, kan dit zorgen voor een infectie in de keel of van de amandelen of zelfs een middenoorontsteking. Habitueel mondademen heeft verder ook invloed op de groei van de kaak, tanden en kiezen, want vaak is er dan ook open mondgedrag en een afwijkende tongligging in rust.
Afwijkend slikken
Er wordt gesproken van afwijkend slikken wanneer de tong tijdens het slikken tegen de tanden en/of kiezen aan duwt of wanneer de tong tussen de tanden en/of kiezen door komt. Per dag slikt men ongeveer 2000 keer. Wanneer de tong elke keer met een grote kracht tegen of tussen de tanden en/of kiezen komt, heeft dit veel invloed op de vorm van het gebit, maar ook op je spieren in de mond en je spraak.
Duimzuigen
Veel kinderen duimen of zuigen wel eens op hun vinger(s). Indien uw kind 3 jaar of ouder is en dit nog doet, dan is er sprake van afwijkend mondgedrag. Vanaf dat moment kan het duimen, zuigen of spenen een negatieve invloed hebben op de stand van de tanden en de vorm van de kaak. Daarnaast kan de kracht van spieren in en rond de mond afnemen.
Indien u bovenstaand gedrag opmerkt bij uw kind, aarzel zeker niet contact op te nemen.